Haarlem als verzamelgebied, collectie P. Engelenberg


Haarlem als verzamelgebied, Collectie P. Engelenberg











Bij het 100-jarig bestaan van de Haarlemse
Filatelistische Vereniging “Op Hoop van Zegels” werd een
jubileumboekje uitgegeven (zie de rubriek ‘postzegels verzamelen’).
Daar stond ook een hoofdstuk in met informatie over een van de
meest prominente verzamelaars van de vereniging, de heer P.
Engelenberg.

p. 31-44: Haarlem als verzamelgebied

Collectie P. Engelenberg †

J.M. van Putten

Erelid wijlen dhr. P. Engelenberg heeft gedurende
een groot deel van zijn leven een indrukwekkende collectie over
Haarlem e.o. opgebouwd. De collectie bevat postale zaken als
postzegels, allerhande stempels, postwaardestukken en
prentbriefkaarten. Het geheel wordt onderbouwd met vele foto’s en
gravures.

De heer Engelenberg werd in 1921 aangesteld als
sectiehoofd en in 1923 “commissaris van toezicht op het
ruilverkeer”(tegenwoordig genoemd administrateur rondzendverkeer
postzegels). Dit ruilverkeer werd zodanig goed opgezet dat het
systeem door verschillende andere verenigingen is overgenomen. In
1925 werd hij bestuurslid, en vertegenwoordiger bij de Nederlandse
Bond in 1927, 1936 & 1937. In 1936 was hij tevens lid van de
jubileumcommissie bij het 25-jarig bestaan van OHvZ. Van 1939 tot
1941 was hij interim-voorzitter, daar de voorzitter in de mobilisatie
werd opgeroepen als militair. Na zijn aftreden als bestuurslid werd
hij in 1952 benoemd tot erelid. Hij was een filatelist in hart en
nieren en raadgever voor beginnende en gevorderde verzamelaars. Zelf
ben ik op voordracht van de heer Engelenberg in 1951 als 2e
secretaris in het bestuur gevraagd; dat gaf wel enige commotie in het
bestuur, gezien mijn jonge leeftijd. Maar de autoriteit van de heer
Engelenberg gaf toch de doorslag.

Het bestuur en de jubileumcommissie zijn dhr.
Engelenberg jr. zeer dankbaar voor het ter beschikking stellen van de
collectie ten behoeve van de jubileumtentoonstelling OHvZ 1911-2011.

Op de volgende bladzijden tonen wij u enkele
stukken uit deze bijzondere collectie. De bijschriften komen uit de
collectie en zijn aangevuld door D.H.M. Haug.

Brief Haarlem – Ratibor (Schlesien) 17.1.1860.
Stempel Franco halfrond met groteske letters op strip van 3 ex. 10
cent plaat VI.

Drukwerk 30.9.1878 in zake de openbare
proefneming van de tramway-machine, gehouden te Haarlem op 28.9.1878.

Bestellingsstempel 3 groot model in zwart op
achterzijde. Brief uit Parijs 25.5.1860. Met rood administratief
stempel “PD” (Payé jusqu’ à destination).

± 1700. Gravure van postbode en brievenbus.
Originele gravure van Jan Luijken.

1780. Trekschuit bij de Spaarnewouder Poort.

De Spaarnewouder poort in Haarlem uit het jaar
1355, tegenwoordig genaamd Amsterdamse Poort, is de enige
overgebleven poort van de twaalf poorten op de oude route van
Amsterdam naar Haarlem. Met zijn klassieke torentjes en bogen straalt
de poort een prachtige middeleeuwse sfeer uit. De stadspoort heeft
haar naam te danken aan haar standplaats: de poort markeert het
eindpunt van de route van Amsterdam naar Haarlem.

Vanuit Haarlem had de reiziger vanouds twee
mogelijkheden om naar Amsterdam te reizen.

1. De meest gebruikte route was de Oude
Haarlemmerweg, van de Spaarnewouder Poort in Haarlem tot het
Penningsveer bij de Liede en vandaar naar Amsterdam via de Kerkweg en
de Hoge Spaarndammerdijk.

2. Een alternatieve route was per schip via het
Spaarne en het IJ.

[Bron: Hoord-Hollands Archief]

Briefomslag van Haarlem naar Noordwijk Binnen
met op de voorzijde geschreven “Franco van den Noordwijkkerhoek met
de Schuijt van 10 uuren van Haarlem den VII-8-1810”.

De beste manier om te reizen in de 17e, 18e en het
begin van de 19e eeuw was per trekschuit, ook al deed je veel langer
over de reis dan met de postkoets. Een reisje van Rotterdam naar Den
Haag, waar de trein nu minder dan een half uur over doet, kostte toen
ruim vijf uur. Maar je zat daar gemakkelijk en je kon op de
trekschuit rekenen. Hij vertrok op tijd en wachtte niet op
laatkomers. Als de schuit te laat op de plaats van bestemming
aankwam, moest de schipper vaak het reisgeld aan de passagiers
terugbetalen.

Langs de trekvaart liep een smal jaagpad. Hierover
stapte het paard dat de trekschuit voorttrok door weer en wind. in
onze tijd is reizen gerieflijker en sneller. Maar in de 17e eeuw
waren de mensen nog niet zo verwend en hadden ze nog niet zo’n
haast als wij

[Bron: Nummer 8144 De Trekschuit (Bert.
Woudstra)]

Franse bezetting.

Na de inlijving van ons land bij het Franse
Keizerrijk werd op 1 januari 1811 de Franse Postwet van kracht.
Nederland werd in departementen verdeeld, Noord- Holland werd
departement nr.118: Zuiderzee.

Brief 21 april 1811 verzonden van Haarlem naar
Amsterdam. Gewicht 6 gram. Port 3 stuivers. Naamstempel met
departementsnummer op voorzijde
.

Drukwerk van 26 april 1860 met meerdere franco
stempels, waaronder een blokstempel (niet postaal) en Haarlem franco
stempel K55.

Drukwerk verzonden op 17 december 1906 van
Haarlem naar Soekaboemi. Tarief 2 cent. Ontwaard met Martinstempel
Haarlem 1. Op 25 oktober 1907 geretourneerd naar de afzender voorzien
van Rebuutstempes in Indië en op de envelop voorzien van de
mededeling dat de geadresseerde is overleden.

Adreskaart voor het innen van een kwitantie
(postale handeling). Gedateerd 20 februari 1932 met 3 stempels:
reklamestempel Lisse, Z-stempel, datumstempel en een
kwitantie-belastingzegel. De kwitantie bedraagt fl. 32,25, dit
betreft 32 gulden contributie, fl. 0,15 inningskosten en fl. 0,10
voor het belastingzegel.

Per N.Z.H.V.M. buiten de post om verzonden
brief naar de redactie Haarlems Dagblad met de aanduiding “Direct
afgeven Tempelierstraat”. Verschuldigde kosten 50 cent plus 15 cent
briefport.

Particuliere briefkaart Joh. Enschedé en
zonen, Haarlem. Geuzendams catalogus
2008, P.71a. (P=Particulier)

Particuliere briefkaart Oprechte Haarlemsche
Courant. Geuzendams catalogus 2008, P.71. (Opschrift is niet bekend
bij Geuzendams.)

Semi particuliere briefkaarten, Hoenderdos
brandstoffenhandel Haarlem
.

Ongefrankeerde brief verzonden van De Waal
(Texel) naar Haarlem op 4 februari 1908. Beport met De Ruyter
portzegel van 10 cent. Tarief was tussen 1.1.1871 en 1.10.1908 5
cent. Strafport tussen 1.4.1892 en 1.11.1919 was 5 cent boven port.

Ongefrankeerde dienstbrief van de PTT,
verzonden vanuit Schoten. Kantoor en typenraderstempel van het
postagendschap Haarlem-Schoten, 8 april 1971.

Voorloper van de half ambtelijke
spoorwegkaarten. Kennisgeving van aankomst van de Hollandsche IJzeren
Spoorweg Maatschappij 18.4.1906, model no. 1030A. Verzonden door
Haarlem Goederenstation (rood stempel).

Twee proefbriefkaarten voor de 27ste
Philatelistendag op 25 september 1936 in Haarlem ter gelegenheid van
het 25 jarige jubileum van OHvZ – 1911-1936.

versie 28-10-2018