Deel 1, Haarlem tot 1806


eo-filatelie, deel 1, Haarlem tot 1806










Eo-filatelie
Haarlem

Deel 1, 2 en 3 zijn samengesteld
door het bestuur van OHvZ voor Arend Bultman, bij zijn afscheid als
voorzitter, met medewerking van David Haug.

Op
15 december 2009 werd Arend Bultman voorzitter van de Haarlemse
Filatelistische Vereniging ‘Op Hoop van Zegels’. Op 19 december
2018 legde hij zijn functie neer na negen jaar voorzitterschap.

Er zijn ongetwijfeld veel aanvullingen
mogelijk op dit deel 1 en de delen 2 en 3; en wellicht zijn er ook correcties nodig. Die worden zeer op
prijs gesteld! U kunt de secretaris bereiken via de pagina Contact.
De illustraties graag in een heldere resolutie.

Inleiding

Ook
vóór de komst van de postzegel in Nederland, in 1852, werd er
natuurlijk al gecorrespondeerd en werden er pakketten en zendingen
van geld en andere waardepapieren verstuurd van en naar Haarlem en
omgeving. In de Middeleeuwen zullen vooral de kloosters, de edelen
(inclusief geestelijke ridderorden zoals de St. Jansridders) en de
stadsregering post hebben laten vervoeren: Haarlem had al in 1245
stadsrechten gekregen. Gaandeweg werden ook kooplieden en
ambachtslieden belangrijker als gebruikers (en deels ook als
organisatoren) van postdiensten. In 1426 wordt voor de eerste keer in
de archieven van de stad Haarlem melding gemaakt van bodes voor het
postvervoer en veel van hen zijn met naam en toenaam bekend. Ook
schippers spelen al van oudsher een rol in het vervoeren van post en
in de eerste helft van de 19e
eeuw wordt veel post vervoerd met postkoetsen, via vaste postroutes
met verversingsplekken voor de paarden. Op het eind van de
filatelistische periode dient ook het vervoer per spoor zich aan.

Volgens
PEP (het boek Postmerken en Postinrichting Deel 1 – tot 1871; p.
347-349, uitgegeven door de studiegroep Po&Po, in 2006) gaan in
ieder geval vanaf 1574 door de stad aangestelde koopmansboden vanuit
Haarlem met post naar o.a. Vlaanderen, Zeeland en Amsterdam. In 1699
komt er een zogenaamde ‘Generaele Posterije’ als koepel van alle
bodeambten en in 1752 komt er een postkantoor van de Staten van
Holland. In 1795 wordt dat een ‘Bataafs postkantoor’, met vanaf
1810 een paardenpoststation en tussen 1823 en 1841 functioneert
Haarlem als entrepot op de kruising van de postritten Amsterdam- Den
Helder en ‘s-Gravenhage-Amsterdam.

In
een B-deel van dit PEP boek (p. 576-580) wordt informatie gegeven
over de vroege postbezorging met trekschuiten. Er zijn daarvan
bewijzen bekend uit 1702, 1734, 1750, 1764, 1790, 1796, 1798 (alle:
Haarlem-Amsterdam), 1780 (Delft-Haarlem), 1784, 1807
(Leiden-Haarlem), 1786 (Amsterdam-Haarlem-Overveen), 1807, 1810
(Haarlem-Leiden), 1797, 1808, (Haarlem-Amsterdam), 1805
(Haarlem-Delft per beurtvaartschip) en 1810 (Noordwijk-Haarlem).
Korteweg (1957, p. 254) geeft van de laatste trekvaartpost de
volgende illustratie:

Tevens
geeft hij een illustratie van de trekvaart van Haarlem naar Amsterdam
(in 1810) (Korteweg, 1957, p. 254):

Korteweg
(1957, p. 261) geeft ook een illustratie van post per beurtvaart van
Haarlem naar Sneek over de Zuiderzee, in 1795.

In
1598 is er ook al postvervoer bekend per ‘wagen’ (“de wagens
van Hagen”, van Haarlem naar Leiden; PEP, p. 586). Korteweg (1957,
p. 265) geeft daarvan deze illustratie:

Ook
is er postvervoer per “rijdende boden” bekend van Crefeld naar
Haarlem over Amsterdam met de “Weeselze Boode”, in 1743 (Korteweg
1957, p. 270):

In
1803 gaan er vanuit het postkantoor in Haarlem vaste postritten (per
paard en paardenkoets) naar Alphen en Alkmaar, onder
verantwoordelijkheid van het landsbestuur en is er een vaste route
van Amsterdam via Haarlem naar ’s-Gravenhage. Tussen 1823 en 1841
is dit Haarlemse postkantoor een entrepot en wisselplaats voor
paarden. In 1850 gaan er ook postritten van Haarlem naar Den Helder
en Hoorn en gaan er postpakketten van en naar het station van de
Hollandsche Spoorweg, die vanaf 1839 in gebruik is genomen.

In
1950 verscheen er een ‘Geschiedkundig Overzicht van het Haarlemse
Postwezen’, geschreven door W. Kroon, en uitgegeven door het
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie te
‘s-Gravenhage. Dit boek van 123 bladzijden bevat een schat aan
gegevens over de postbezorging vóór de invoering van de postzegels
in Nederland en we zullen dit boek op de OHvZ website zetten.

Los
van de publicaties van de Po&Po groep (deels online) zijn er twee
belangrijke boekuitgaven over de eo-filatelistische periode1.
Vellinga’s “de Poststempels van Nederland 1676-1915” werd voor
het eerst uitgegeven in 1933, en in 1957 verscheen ‘”300 jaar
postmerken van Nederland 1570-1870” van P.C. Korteweg uit
Bennebroek (uitgegeven door J.K. Rietdijk NV te ’s-Gravenhage).
Beide boeken zijn later herdrukt.

Poststempels
uit de filatelistische periode, een overzicht

Het
postkantoor in Haarlem is binnen de postorganisatie van Nederland
administratief bekend onder nummer 6110. Vóór 1852 zijn volgens
Po&Po de volgende poststempels bekend op post van of naar
Haarlem, waarbij we ook de typenummers vermelden zoals die door
Vellinga en door Korteweg worden gegeven:

  • Haarlem
    geschreven in inkt, bekend in 1716 en 1807. Vellinga: niet als
    specifiek type genoemd. Korteweg type 1, maar Haarlem niet specifiek
    genoemd.

  • HAARLEM
    langstempel in zwart, gebruikt vanaf 1776. Vellinga: type 10.
    Korteweg type 15: voorgeschreven 1776, gebruikt in 1777-1778.
    Bovendien Korteweg type 19 (43×5 ½ mm), gebruikt in 1809-1810 (de
    zogenaamde Massan of Tractaatstempels).

  • Haarlem
    langstempel in cursief, zwart, en gerelateerd, bekend in 1779-1804,
    1780-1809, 1806-1811 en 1809-1811. Vellinga: 9 en 9a in twee
    groottes. Korteweg type 17 in vier subtypen: 32×7 mm (1781-1795);
    37x8mm (1780-1809); 40x9mm (1806-1809); 38x12mm (1809-februari
    1811).

  • H;
    Haarl; haarl; haarlem
    in krijt, bekend
    in 1784-1797 en 1811. Vellinga en Korteweg: niet als specifieke
    stempeltypes genoemd.

  • 118
    HAARLEM, in zwart, bekend van 1811-1813; later ook 1814 -1820 in
    zwart en 1830-1845 in rood. Vellinga type 18. Korteweg type 21 (40 ½
    x5mm).

  • P.
    118.P. HAARLEM, in zwart, bekend van 1811-1813 en ook 1814-1815.
    Vellinga type 20. Korteweg type 22.

  • DEB.118
    HAARLEM, in zwart, bekend van 1811-1813, maar ook later. Vellinga
    type 249. Korteweg type 24.

  • HAARLEM,
    in zwart, bekend van 1814-1820. Vellinga type 21. Korteweg type 19
    na 1813 (43 x 5 ½ mm).

  • —HAARLEM, in zwart, zonder nummer;
    bekend in 1815-1827. Vellinga type 21. Korteweg type 21 z.n. (40 ½
    x 5mm); al vanaf 1813?

  • HAARLEM,
    in rood, met dag in cijfer en maand in letters, bekend van 1827 tot
    1836. Vellinga: type 25. Korteweg type 29.

  • HAARLEM,
    met schreefloze letters, zonder jaartal, in rood of blauw, bekend
    van 1839 tot 1850, en in blauw in 1843. Vellinga en Korteweg: niet
    duidelijk.

  • HAARLEM
    FRANCO, in zwart, met gevorkte A, bekend van 1815-1828 en in rood
    van 1829-1832. Vellinga type 24. Korteweg type 30 (moest samen met
    type 29).

  • HAARLEM
    FRANCO, in zwart, met gewone A, bekend van 1815-1828. Vellinga: niet
    specifiek genoemd. Korteweg type 30A.

  • FRANCO,
    in rood, bekend in 1833; samen met een rondstempel HAARLEM met ook
    de maand in cijfers: Vellinga type 27 en type 29. Korteweg type 33
    (27 x 4 1/2mm) en type 42 , vanaf 1837.

  • HAARLEM
    FRANCO, halfrond stempel zonder jaartal, in blauw, bekend in
    1839-1850. Vellinga type 30. Korteweg type 55.

  • HAARLEM,
    rond stempel met één ring, gebogen jaartal, in rood, bekend vanaf
    1850. Vellinga type 36. Korteweg type 43 (“Egyptische letter”).

  • HAARLEM
    FRANCO, halfrond francostempel B met jaartal, groot en klein, in
    zwart en blauw, bekend vanaf 1850. Vellinga: type 37. Korteweg: type
    56.

  • Er
    zijn ook portvrijdom aanduidingen te vinden: REGERING VAN HAARLEM
    (lakzegel in 1808, portvrijdom voor 1811); L’Aud’
    au Conseil d’’ Etat Sous Prefet de l’Arr. De Haarlem

    (in zwart, 1811-1813) en Gouvernement
    van Noord-Holland
    , in zwart
    (1815-1820).

  • En
    Korteweg noemt ook specifieke geschreven naamstempels (type 41) voor
    Halfweg en Zandpoort (het latere Santpoort).

Vóór
1815 gebruikte men vooral naamstempels, waarvan de volgende
voorbeelden gegeven kunnen worden voor Haarlem (informatie Cees
Jansen):





Korteweg (1957, p. 43 en 49-50) geeft vijf voorbeelden:

Met als kanttekening dat op 15 november 1776
voorgeschreven werd dat alle kantoren in de provincie Holland een
vetrekstempel dienden te gebruiken. Dit stempel is in Haarlem
gebruikt van 1777 tot 1788 in zwart. Bij Korteweg is dit type 15. De
volgende vier stempels zijn in schrijfletters en bij Korteweg is dit
type 17.


Volgens
O.M. Vellinga’s “de Poststempels van Nederland 1676-19152
werd er in 1829 begonnen met de eerste dagtekenstempels (afbeelding
25 van Vellinga, zie onder) die de stempels met de plaatsnaam en
‘Franco’ vervingen die vanaf 1815 gangbaar waren in het
postverkeer (zie afbeelding 24 van Vellinga)3.
In 1837 werd overgegaan op een ander type (afbeelding 29 van
Vellinga) en in 1844 opnieuw (afbeelding 30 van Vellinga waarbij hij
het poststempel van Haarlem als voorbeeld koos). In 1850 werd stempel
type 36 verstrekt, voor het eerst met jaartal.




Eo-filatelistische
poststukken in de periode tot 1795

Bron: Delcampe:
“Complete letter 1707 Haarlem to Antwerp”.

Bron: Delcampe:
“Complete letter 1713 Haarlem to Antwerp”.


Bron: eBay
en: eBay
: “Pr Vor / MÜNSTER Kabinett-Paketbegl.-Brief aus Haarlem (ca.
1735-45)”.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
” 6 STUIVERSTEMPEL T(Texelse post), … op complete brief van Schip
Noordwijk gelegen bij Texel, 9-1-1736 naar Haarlem (adres deels
doorgehaald)”. Het poststempel is Vellinga type 1, met posthoorn
naar links gekeerd, dus type 1b, maar zonder letter H.

Vellinga: type 1, 1a en 1b.

1749. Verzameling David Haug.

1754. Verzameling David Haug.

Bodepost. Gefrankeerde briefomslag van Alkmaar naar Haarlem, 1755, in rood
krijt 2 stuivers. Geschreven linksonder: “Franco Alkmaar Met de
Post”. Verzameling David Haug.

Verzameling David Haug.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“Twee prachtige brieven van Batavia, naar de Hollandsche
Maatschappij der Wetenschappen aan het Spaarne te Haarlem. Een nog
bestaand pand namelijk het Teyler museum, 1766 en 1770”.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“Complete vouwbrief uit Middelburg, 6-9-1767, per Landpost via
Steenbergen naar Haarlem. Herkomststempel MIDD= in rood van
Middelburg. Port VII stuiver voor een dubbele brief (Portlijst van de
Landpost bijgesloten)”.


Bron: eBay:
“NEDERLAND 1773 BRIEF AMSTERDAM–HAARLEM -LUXE AFDRUK”.

Verzameling
David Haug. Het verwijst naar K.15 – 1. K staat voor P.C. Korteweg:
“300 jaar Postmerken van Nederland, 1570-1870”. Uitgegeven door
J.K. Rietdijk N.V. ’s-Gravenhage 15-1 (p. 42) is het
naamstempel-met-kapitale letters Amsterdam (33 mm), dat gebruikt is
van 1772 tot 1796 in zwart (zowel aankomststempel als vertrekstempel)
en opnieuw in 1820 maar dan in rood en alleen als vertrekstempel.


Bron: PostBeeld:
“1775, Folding cover from Naarden to Haarlem Met de schuit van
[Naarden], Franco Tout”.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“DELFT, posthoornstempel K.16(7) op luxe briefomslag met geschreven
port 3(St) naar Haarlem”. Vellinga type 5, gebruikt vanaf 1776
(Vellinga, p. 4).

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“Vouwbrief uit Veere naar Haarlem, 10-8-1777. Vermelding
herkomstmerk ’Veere’ op de achterzijde en portnotitie van
VII-stuiver voor een dubbele brief”.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“Complete vouwbrief uit Zierikzee, 25-11-1778, naar Haarlem via
Steenbergen. Geschreven herkomstmerk Zzee. Port VII stuiver voor een
enkele brief in de wintermaanden, aanduiding voor Portvrij
meegezonden. Propositien, de proefpreken van een Dominee bij
sollicitatie naar een aanstelling.”.

Bron: ebay: “Woerden – Haarlem Gedateerd 25 mei 1778 omslag Rood Krijt 3 St:. ”

Bron: Corinphila:
“Briefomslag naar Delft 4-4-1779 met geschreven port 3 en
langstempel Haarlem in zwart (27x4x3 mm) als vertrekstempel, pracht
ex.”. Vellinga type 10, gebruikt vanaf 1776 (Vellinga, p. 4).

Bron: eBay: “1780, Folding letter from Delftshaven to Haarlem”.

Bron: Postzegelveiling Rijnmond: “Briefomslag van Alkmaar (K.17) naar Haarlem (ca.1780)”.

Statenpost.
Ongefrankeerde briefomslag van Rotterdam naar Amsterdam, ca. 1780, te
betalen port 3 stuiver. Gestempeld te Amsterdam met stempel R
in posthoorn. Tekst: “…Ontvanger des gemeenelands middelen te
Haarlem, en bewindhebber der Oost-Indische Compagnie etc. etc.
Amsterdam”. Verzameling David Haug. K.3-11 = Korteweg type 3, nr 11
(p. 35): Letter “R” (brieven uit Rotterdam). Hoorn zonder winding
op schild rustend, grote R, grote kruisen. Gebruikt van 1776 tot 1788
in zwart, als vertrekstempel. Verzameling David Haug.

Bron: eBay: “Haarlem Naamstempel Schaars 1781 naar Lingen brief gedateerd 3 septbr 1781”.

Bron: Delcampe:
“Nederland: complete brief Haarlem naar Amsterdam, Haarlem zwart
cursief 1781”.

Verzameling David Haug.


Verzameling David Haug. Stempel K 16 – 4 = Korteweg 16 nr 4 (p. 45): Omrand
vertrekstempel van Amsterdam, posthoorn met rozet, gebruikt van 1782
tot 1803, in zwart.

Verzameling David Haug. K.15-14 verwijst naar Korteweg (p. 43), Naamstempel met
kapitale letters Haarlem. Gebruikt van 1777 tot 1788 in zwart, als
vertrekstempel. K.16 -2 verwijst naar Korteweg (p. 45): posthoorn
Amsterdam type 2, gebruikt van 1775 tot 1787 in zwart, als
aankomststempel.

Bron: eBay:
“stempel M met krul, MIDDELBURG, op omslag 1783 per landpost naar
Haarlem”. Stempel Vellinga type 8 (Vellinga, p. 4).

Vellinga
type 8, gebruikt in Middelburg, vanaf 1776.

Bron: Corinphila:
“complete brief naar Delft 20-1-1784 met geschreven port 3 en
cursief langstempel Haarlem in zwart (37x8x5 mm), fris pracht ex.”.
Stempel Vellinga 9, gebruikt vanaf 1776 (Vellinga, p. 4).

Bron: PostHistorie
Haarlem – Den Haag, 1784, met langstempel Haarlem in zwart.


Bron: Delcampe
: “BRIEFOMSLAG rond 1784 gelopen POSTHOORN STEMPEL AMSTERDAM naar
DOOPSGEZINDE GEMEENTE te HAARLEM zwart lakzegel”.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“Complete vouwbrief van Vlissingen, via Middelburg naar Haarlem,
14-11-1788, P.C.(Postcomptoir) stempel van Middelburg als
doorgangsstempel gebruikt. Vrij zeldzaam stempel, bekend van
1725-1799”.

Bron: Delcampe:
“Nederland: Brief 1788 Vertrekstempel Haarlem, doorgangsstempel H,
Zuidelijke Nederlanden, naar Aelst Aalst België”.


Bron: PostHistorie
;“Bergen op Zoom – Haarlem 27.7.1789 Ledige omslag gedateerd bij
ontvangst Geschreven krijtmerk Bz = Bergen op Zoom”.

Verzameling David Haug.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“1 Gulden stempel, op brief van Batavia naar Haarlem met het schip
‘de Zeenimph’ in rood krijt 20 stuiver en 2 stuiver, voor porti in
Nederland, 1790”. VoC stempel van de Verenigde Oost-Indische
Compagnie.


Verzameling David Haug. 1791.

Verzameling David Haug. Korteweg 17-5a (p. 49): Naamstempel in schrijfletters,
type 5a (37 x 8 mm). Gebruikt van 1780 tot 1809 in zwart, bij
aankomst.

Bron: PostHistorie:
“Haarlem – Amsterdam 6.10.1792. Complete vouwbrief. Stempel Haarlem
achterzijde”. Een van de in gebruik genomen handstempels voor
Haarlem na 1776 (Vellinga type 9).

Bron: Delcampe


Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling
en: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling
: “Brief van Hougly (Bengalen) naar Haarlem, tarief 6 stuiver naar
Nederland plus 2 stuiver binnen Nederland, samen 8 stuiver,
aangegeven in rood krijt en een prachtig zwart lakzegel, tevens oud
landkaartje”.

Bron: eBay:
“Netherlands 1795 Letter from Enkhuizen to Haarlem”.

Verzameling David Haug. K 16-2 = Korteweg type 16 nr. 2 (p. 45) Amsterdam
posthoorn. Ca. 1795.


Bron: PostBeeld
: “1795, Folding cover to Amsterdam with Haarlem mark”.

Eo-filatelistische
poststukken in de periode van de Bataafsche Republiek (1795-1806).

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling:
“HAARLEM, geschreven plaatsnaam in rood krijt, luxe op complete
brief, 1797”.


Bron: Delcampe:
“komplete brief 1799 van Haarlem cursief aan den Burger. te Arnhem”.

Bron: Delcampe:
“BRIEFOMSLAG uit 1799 NAAR HET SPAARN BIJ DE WAAG IN HAARLEM”.

Bron: Delcampe:
“komplete brief 1799 van Texel via Haarlem cursief naar Oude
Wetering van gewapende burgerwacht Departement Texel”.

Bron: De Nederlandsche Postzegel- en Muntenveiling
: “AANGETEKENDE, complete brief van Den Haag naar Haarlem, luxe
stuk, 1801”.

Bron: eBay:
“NEDERLAND 1805 BRIEF HAARLEM – GAND”. Met langstempel Haarlem
(Vellinga type 9).

Voetnoten

1
Los van enkele andere boeken, zoals het Engelstalige boek van Kees
Adema “The first postage dues. Holland’s “3S”markings
1667-1811” (postgeschiedenis van de "driestuiver-stempels"
(3S), beschrijving en catalogisering, vervalsingsherkenning alsmede
het toekennen van een schaarste-factor voor deze eerste "port
betaald"-stempels, 256 pagina’s, verschijningsjaar 2002) en
A.W. ten Geuzendam’s “Catalogus der Oude Brieven met de
poststempels en merken van Nederland 1667-1850” (er is een herdruk
editie uit 1958, 137 pagina’s, in het Nederlands).

2
Gepubliceerd in 1931 met een voorwoord van P.W. Waller uit Overveen
en als herdruk uitgegeven door Nederlandsche Bod van
Filatelisten-Verenigingen, in maart 1967 (en opnieuw in 1980).

3
Informatie Cees Jansen over de Dagtekenstempels: uit
De invoering van het Nederlandse dagtekeningstempel

“Het
dagtekeningstempel vanaf 1829. In 1829 werd besloten om de
postdienst te verbeteren door de invoering van een
dagtekeningstempel in plaats van de aanduiding FRANCO met een
plaatsnaam. 14 maart (1829) Haarlem (2 stuks) Noordelijke
Nederlanden. De verstrekte stempels vanaf 1829 tot en met 1837,
maandaanduiding in letters: HAARLEM. Twee stempels werden op 14
maart 1829 naar het postkantoor te Haarlem gezonden (op de website
staan drie illustraties)”.

versie 19-12-2018