Treinstempels deel a





Treinstempels deel a





Spoorwegstempels van Haarlem

Samenstelling: Arend Bultman, Ton Dietz en David Haug

Met inbreng van Reinoud Bruntink, Dick de Geus, Jan Groenendijk, Rob van Putten, Jan Honkoop en de
websites van de Nederlandse Academie voor Filatelie (Po&Po),
Postzegelvereniging Aalsmeer, NVP, Christiaan Rasch, wikipedia,
delcampe en ebay.

Inleiding

Redelijk kort na het begin van de aanleg van de spoorwegen in Nederland is men
begonnen post te vervoeren per trein. Soms werd dit op een brief
aangetekend, vaak werd een speciaal stempel gehanteerd en naarmate de
tijd vorderde werden steeds meer brieven in de trein afgestempeld.
Het afstempelen van poststukken in de trein duurde van 1844 tot
1977. 1)

Uit Po&Po:
“De Nederlandse spoorwegen zouden een grote rol gaan spelen in het
postvervoer. Dat bleek al uit het verlenen van de concessie voor de
aanleg van het eerste spoorwegtraject tussen Haarlem en Amsterdam. In
het Koninklijk Besluit van 1 juni 1836, Staatsblad 75 werd vermeld in
artikel 11: ‘De verpligtinge ten aanzien van de brievenposterij
zijn dezelfde als die der andere ondernemers van middelen van
vervoer’. In 1839 vonden de eerste postzendingen plaats op het
traject Haarlem Amsterdam v.v.” 2)

Naast de ‘normale
post ’ bestond de mogelijkheid brieven voorzien van een
spoorwegzegel mee te geven in de trein; de z.g. treinbrieven. Hierbij
werden stationsstempels gebruikt. Dit waren blokstempels die
verschillende varianten kenden. De verzendingsmogelijkheid per
treinbrief werd afgeschaft op 1 mei 1979. Voor de pers werd deze
mogelijkheid in een enigszins gewijzigde vorm nog enige tijd
gehandhaafd. Een aparte categorie vormen de postwaardestukken van de
spoorwegen. Van deze categorie zijn die met de afstempeling Haarlem
relevant.

Voor en tijdens
de periode waarin er post per trein werd vervoerd speelden de
bodediensten een rol in het vervoer. Deels als autonome vervoerder,
deels als vervoerder die brieven etc. afleverde bij de stations voor
verder vervoer per trein.

In deel b komen de volgende zaken aan de orde:

  • Per trein vervoerde brieven uit de periode van de eofilatelie.

  • Afstempelingen van vaste postkantoren na 1852 (die de post vervolgens met de trein meegaven).

  • Afstempelingen van rijdende postkantoren.

  • Afstempelingen op ‘treinbrieven’.

  • Postwaardestukken.

  • Bodediensten.

Tenslotte een Appendix met een uitgebreider overzicht van de Amsterdam-Antwerpen treinstempels

In deel c wordt ruim aandacht besteed aan de verzameling van Jan Honkoop (OHvZ-lid).

Het allerlaatste treinstempel:

Verzameling Arend Bultman. Blokstempel Utrecht Vlissingen 21 V 1979. Vertrekstempel
Amsterdam-60, 21 V 1979. Aankomststempel Vlissingen-5, 21 V 1979-11.

Voor het vervolg zie
Treinstempels deel b.

Voetnoten

1)
Spoor en Post in Nederland (uitgegeven in 1979 door het
Spoorwegmuseum in Utrecht), blz. 67 – 77.

versie 25-05-2020