Proeven briefkaarten wapentype 1873

Proeven Wapentype 1873

Een bijdrage van Jacques van Zandvoort.

Als uitvloeisel van het Additoneel Postverdrag tussen Nederland en België, gesloten op 14 oktober 1873, werden proeven gemaakt voor briefkaarten van 5 cent en kaarten met betaald antwoord van 5 cent, naar het model van de toen voor het binnenlands verkeer gangbare briefkaart in het Wapentype.

Het waardecijfer werd vervangen door 5.

Deze Proeven in het Wapentype zijn niet tot uitgifte gekomen.

De Posterijen wensten de kleur en het beeld van de waardestempels op briefkaarten, ook met het oog op komende uitgiften: kaarten met een hogere waarde en (in de Postwet van 1870 al aangekondigd) gezegelde omslagen en formulieren, als de kleur en het beeld van de frankeerzegels van diezelfde waarde.

Proef 13 blauw.

Zegel wapen 5 cent Blauw met omranding en Aan en te.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
51e punt van de eerste adreslijn staat iets hoger.

Kartondikte 0,23 mm.
Formaat kaart 118 x 85 mm.

Proef 13 groen.

Zegel wapen 5 cent Groen met omranding en Aan en te.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
51e punt van de eerste adreslijn staat iets hoger.

Kartondikte 0,23 mm.
Formaat kaart 121 x 87 mm.

Proef 13 rood.

Zegel wapen 5 cent Rood met omranding en Aan en te.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
51e punt van de eerste adreslijn ontbreekt.

Kartondikte 0,23 mm.
Formaat kaart 121 x 88 mm.

Proef 13 zwart.

Zegel wapen 5 cent Zwart met omranding en Aan en te.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
51e punt van de eerste adreslijn staat iets hoger.

Kartondikte 0,22 mm.
Formaat kaart 121 x 88 mm.

Proef 15 blauw.

Zegel wapen 5 cent Blauw met omranding en Aan en te.
Antwoord Betaald.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,24 mm.
Formaat kaart 120 x 86 mm.

Proef 15 groen.

Zegel wapen 5 cent Groen met omranding en Aan en te.
Antwoord Betaald.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,22 mm.
Formaat kaart 120 x 86 mm.

Proef 15 rood.

Zegel wapen 5 cent Rood met omranding en Aan en te.
Antwoord Betaald.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,25 mm.
Formaat kaart 120 x 87 mm.

Proef 15 zwart.

Zegel wapen 5 cent Zwart met omranding en Aan en te.
Antwoord Betaald.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,25 mm.
Formaat kaart 122 x 88 mm.

Proeven briefkaarten Koptype 1873

Nieuwe proeven, nu met de afbeelding van de 5 cent zegel (NVPH 19) van de emissie 1872. Het karton is iets minder geelachtig dan dat van de uitgegeven briefkaarten.

Bij Kon. Besluit Nᵒ. 32 van 5 december 1873 werd de eerste briefkaart met ingang van 15 december 1873 verkrijgbaar gesteld, uitsluitend voor het verkeer met België.

Proef 14 blauw. (de gekozen kleur)

Zegel Willem III 5 cent Blauw met omranding en Aan en te.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de eerste adreslijn ontbreekt de 51e punt bijna geheel, soms is een klein restant nog zichtbaar.

Kartondikte 0,25 mm.
Formaat kaart 107 x 84 mm.

Proef 14 groen.

Zegel Willem III 5 cent Groen met omranding en Aan en te.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de eerste adreslijn ontbreekt de 51e punt bijna geheel, soms is een klein restant nog zichtbaar.

Kartondikte 0,23 mm.
Formaat kaart 120 x 85 mm.

Proef 14 rood.

Zegel Willem III 5 cent Rood met omranding en Aan en te.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de eerste adreslijn ontbreekt de 51e punt bijna geheel, soms is een klein restant nog zichtbaar.

Kartondikte 0,26 mm.
Formaat kaart 122 x 88 mm.

Proef 14 zwart.

Zegel Willem III 5 cent Zwart met omranding en Aan en te.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen tellen 16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de eerste adreslijn ontbreekt de 51e punt bijna geheel, soms is een klein restant nog zichtbaar.

Kartondikte 0,24 mm.
Formaat kaart 122 x 88 mm.

Proef 16 blauw. (de gekozen kleur)

Zegel Willem III 5 cent Blauw met omranding en Aan en te.

Antwoord Betaald.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde
16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,26 mm.
Formaat kaart 120 x 88 mm.

Proef 16 groen.

Zegel Willem III 5 cent Groen met omranding en Aan en te.

Antwoord Betaald.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde
16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,24 mm.
Formaat kaart 122 x 88 mm.

Proef 16 rood.

Zegel Willem III 5 cent Rood met omranding en Aan en te.

Antwoord Betaald.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde
16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,25 mm.
Formaat kaart 122 x 87 mm.

Proef 16 zwart.

Zegel Willem III 5 cent Zwart met omranding en Aan en te.

Antwoord Betaald.

Afstand tussen de eerste adreslijn en waardestempel is 4½ mm.

Vier adreslijnen resp. 86½, 94, 94 en 59 mm.
Afstand tussen adreslijnen 8, 8 en 11 mm.
Adreslijnen aan de vraagzijde tellen 12 vrij dikke punten per cm., aan de antwoordzijde
16 dicht bijeen staande punten per cm.
In de derde adreslijn aan de vraagzijde ontbreekt de 24e punt.

Kartondikte 0,23 mm.
Formaat kaart 122 x 88 mm.

15 december 1873 zijn deze briefkaarten in de kleur blauw uitgekomen. Echter zonder Aan en te.

Roomwit tot chamois karton.

Geuzendam 5

Geuzendam 6

Bron : De Proeven der Poststukken van Nederland door W.P. Costerus Pzn.

Overdruk uit het Nederlandsch Maandblad voor Philatelie waarin opgenomen “DE PHILATELIST. Mei / juni 1942.

versie 20-10-2023