Arthur Steegh’s postzegelverzameling van de Spaanse Burgeroorlog

Spaanse burgeroorlog

Op de website over de postgeschiedenis van Zuid Kennemerland hebben we bij het onderdeel “postzegels verzamelen” al eerder aandacht besteed aan de fameuze verzameling van de veel te jong overleden Arthur Steegh (jarenlang actief (bestuurs)lid van OHvZ) (september 2020). Daar stelden we dat Arthur’s verzameling van de Spaanse Burgeroorlog eigenlijk een aparte online publicatie verdiende. Dat doen we bij deze, nadat ik van Arthur’s broer John het album te leen kreeg van ‘Iberia’. Daar staan ook veel pagina’s in van de vroege en latere postzegels van Spanje (en van Gibraltar, Andorra en Portugal), maar hier concentreren we ons op de Spaanse Burgeroorlog.

Ton Dietz met inbreng van John Steegh, waarvoor veel dank! (juli 2022).

Inleiding

In 1931 werd de Spaanse Koning Alfons XIII afgezet en werd voor de tweede keer de republiek uitgeroepen (de eerste keer gebeurde dat in 1873, maar dat was van korte duur).

Wat later wordt betiteld als de Spaanse Burgeroorlog begint in 1936 met een militaire opstand tegen Spanje’s Tweede Republiek (sinds 1931) in Noord-Marokko (toen Spaans protectoraat) en de Canarische Eilanden. Rechtse generaals onder leiding van José Sanjurjo beginnen met een pronunciamiento (letterlijk alleen ‘verklaring’, maar feitelijk staatsgreep). De opstand krijgt steun van monarchisten, clericalen en fascisten. De beweging is sterk autoritair, centralistisch en anti-Baskisch en anti-Catalaans.

Nadat Sanjurjo is verongelukt bij een vliegtuigcrash neemt Francisco Franco de leiding als caudillo (‘Führer’). De opstand mislukt; de Republiek weet zich in grote delen van Spanje te handhaven. Het wordt snel een ‘vuile oorlog’. Franco-aanhangers suggereren dat er vier colonnes op weg zijn naar Madrid, maar dat er een vijfde in de stad zelf aanwezig is: de beruchte ‘vijfde colonne’. Het leidt onder Republikeinen tot een paniekerige bijltjesdag tegen de (vermeende) aanhangers in Madrid, waaronder vele priesters.

Al snel bemoeit de halve wereld zich met de oorlog. Nazi-Duitsland en fascistisch Italië aan de kant van Franco, de Sovjet-Unie en Mexico aan de kant van de legitieme regering van de Republiek. Daarnaast helpen vrijwilligers uit heel Europa mee bij de verdediging van de Republiek: de Internationale Brigades. Militair zijn zowel de Republiek als de Brigades niet opgewassen tegen de beroepsmilitairen van Franco, mede door luchtsteun van Nazi-Duitsland (het eerste terreurbombardement ooit door de Luftwaffe: op het Baskische stadje Guernica). De toenemende wapenleveranties van de Sovjet-Unie gaan gepaard met groeiende politieke invloed van communisten aan Republikeinse zijde. Dat leidt tot interne spanningen in de Republiek die de weerstand tegen de oprukkende opstandelingen ondermijnt. Mede door vaak wisselende frontposities is deze verdeeldheid op postzegels goed te zien.

Op 1 april 1939 capituleren de laatste Republikeinse troepen of vluchten Frankrijk in. Onder de caudillo ontstaat de fascistische eenheidsorganisatie Falange. Franco heerst nog 36 jaar met ijzeren hand (en met doodvonnissen) over Spanje tot hij in 1975 overlijdt. Vanaf 1978 is Spanje weer een democratie en werd het koningschap hersteld.

Eind 1938 zag Spanje er militair zo uit: het Catalaanse Barcelona in het noordoosten, het meest oostelijke eiland van de Balearen (Menorca), Madrid en het gebied ten zuidoosten van Madrid, tot de Middellandse Zeekust met de steden Valencia, Alicante en Almería waren nog in Republikeinse handen. De rest van Spanje, de Canarische eilanden en Spaans Marokko waren in handen van Franco.

Bron: Wikipedia.

Postaal liet de Spaanse Burgeroorlog heel veel sporen na, omdat zowel de republikeinen als de nationalisten zich op allerlei manieren postaal manifesteerden, met opdrukken op postzegels en met tal van vignetten op poststukken en ook is er Franse postale aandacht. In catalogi is dat allemaal niet zo zichtbaar. Zo geeft de Yvert & Tellier catalogus “Classiques du Monde” wel een overzicht van nationalistische uitgiftes, maar van de vele Republikeinse uitgiftes worden alleen die van 1931 getoond en niet die van 1936-1939. Digitaal geeft StampWorld.com toegang tot de nationalistische zegels.

Gelukkig zijn er wel andere bronnen (zoals Ronald Shelley’s ‘The postal history of the Spanish Civil War, 1936-1939’. Brighton: R.G. Shelley, 1967, een boek dat te vinden is in de Bondsbibliotheek, naast ook andere bronnen over de Spaanse Burgeroorlog). En er zijn gespecialiseerde websites, zoals Colectalia en de bibliotheek van de University of California in San Diego. En een heerlijk chaotische website met van alles en nog wat over de Spaanse Burgeroorlog is The Stamp Forum. En uiteraard zijn er ook veel bronnen in het Spaans, waarvan de belangrijkste is: ‘EDIFIL Catálogo Sellos Locales de Guerra Civil española (1936-1939). Julio Allepuz. 6 volumenes’. En een Spaanse handelaar die gespecialiseerd is in de Spaanse Burgeroorlog en heel veel online zichtbaar heeft gemaakt is Filatelia Hernando Colón in Sevilla. Door de mogelijkheden van het internet is dat aanbod ook allemaal in het Nederlands te bekijken. Dan wordt ook wel duidelijk dat het verzamelen van postzegels en vignetten van de Spaanse Burgeroorlog anno nu geen goedkope hobby is en dat de verzameling van Arthur Steegh die hier wordt getoond een hoge waarde heeft.

De verzameling van Arthur Steegh over de Spaanse Burgeroorlog begint met de postzegels die de Spaanse (Republikeinse) staat uitgaf vanaf 1931 en tijdens de burgeroorlog en vervolgt dan met de veelal lokale vignetten die de Republikeinse kant uitgaf in de propaganda-oorlog die deze krachtmeting ook was. Vervolgens komen de vele lokale postzegels en vignetten aan de beurt van de nationalisten en die eindigen met de Canarische eilanden. En dan een pagina met de overwinnaars: Franco en de zijnen.

Arthur’s broer John tekent aan dat het verzamelen van al dit historische erfgoed ingewikkeld was. Het gebeurde veelal in Spanje zelf en meestal door John die met zijn partner Harrie in de jaren ’80 en ’90 veel in Spanje rondtrok, altijd op zoek naar die ene obscure postzegelhandelaar in een achterstraatje die altijd wel wat in de aanbieding had, met duidelijke eigen politieke voorkeuren. Ook na het herstel van de democratie in 1978 moesten de republikeinse zegels vaak van ‘onder de toonbank’ vandaan komen (en bij de meeste handelaren met duidelijke tegenzin). Dat kwam vaker voor dat na de democratisering het als ‘fout’ werd gezien om aandacht te schenken aan de postzegels van de nationalisten. Om de lieve vrede te bewaren hebben John en Harrie toen wel vaker minder interessante nationalistische zegels gekocht om te voorkómen dat de handelaar helemaal geen zaken meer met ze wilde doen. Eén van de intensief bezochte handelaren was de hierboven genoemde en kennelijk nog steeds bestaande Colón in Sevilla…. In Arthur’s verzameling komen mede daardoor beide kanten ruim aan hun trekken.

De eerste pagina bevat officieel uitgegeven postzegels van de Spaanse Republiek vanaf 1931 en toont de selectie die Arthur daarvan maakte. Er staan linksboven ook lokale ‘republica’ uitgiftes bij. Arthur beoogde nooit om ‘compleet’ te zijn, maar zocht voorbeelden van wat hij exemplarisch, belangrijk, interessant of gewoon mooi vond en die bracht hij op pagina’s bij elkaar. Hij probeerde van elke bladzijde in zijn zelf gemaakte albums met zwarte bladen een kunstwerk te maken. Rechtsboven op deze eerste pagina staan drie postzegels waarmee leden van de ‘Cortes Constituyentes’ vanaf 1931 portvrijdom kregen en rechtsonder staan postzegels die de Republikeinse staat uitgaf in 1938 om te vieren dat de Verenigde Staten 150 jaar hun grondwet hadden en voor steun aan de heroïsche verdedigers van Madrid.

Pagina 1

De tweede bladzijdebevat o.a. de postzegels die aangaven dat post met een duikboot werd vervoerd als ook de laatste postzegels van de republikeinen, waarvan de opbrengst naar de volksmilities ging. De zegels zijn duidelijk wanhopig-propagandistisch en de invloed van de Sovjet-Unie is in de beeldtaal goed te herkennen. Tevens staan er enkele voorbeelden van Franse postaandacht voor de Spaanse vluchtelingen (waaronder de F opdruk uit 1939, waarmee Spaanse vluchtelingen in Frankrijk portvrijdom kregen).

Pagina 2

De derde bladzijde laat o.a. de aandacht zien die Polen (na de oorlog) gaf aan de Internationale Brigades die meevochten aan de Republikeinse kant en die werden gecoördineerd door de Communistische Internationale. Er vochten vooral veel linkse Fransen mee, maar ook Polen (zie o.a. Wikipedia). Ook is het velletje te zien voor de viering van zeven jaar Republiek (in 1938) met daarbij een vignet dat oproept tot ‘muerta al fascismo’. Interessant is dat Arthur drie zegels opnam die Franco-Spanje in 1960 uitgaf voor de steun aan vluchtelingen in het algemeen (waarbij ze vast geen medelijden hebben gehad met de vele aanhangers van de republiek die in 1939 naar Frankrijk waren uitgeweken). Dit soort politieke knipogen zitten er vele in Arthur’s verzameling, ook over andere delen van de wereld.

Pagina 3

Op de vierde en vijfde bladzijde staan steunzegels van de Foyer du Français Antifasciste.

Pagina 4

Pagina 5

De zesde en zevende bladzijde tonen algemene steunvignetten voor de republikeinen, waarbij ook veel aandacht voor die uit Catalonië, waarbij de Catalaanse taal werd gebruikt en niet het Castiliaans (hier bekend als Spaans). Ook dit zijn duidelijk activistische en propagandistische zegels, waarbij de soberheid opvalt van de anarchisten van de POUM, de militie waar ook George Orwell zich bij had aangesloten. Het kiezen van dergelijke zegeltjes bij toen nog steeds fascistische handelaren was duidelijk ongewenst; een tweede kop thee zat er dan niet meer in. Maar hoe moest je er anders aan komen? De zegels zijn getekend door de oorlogsomstandigheden, waarbij minder de heroïek wordt benadrukt (zoals aan de kant van de opstand) en meer het leed (kinderen, ouden van dagen, verminkten).

Pagina 6

Pagina 7

De bladzijdes 8 tot en met 22 bevatten vignetten die door de republikeinen (meestal) lokaal werden gebruikt op poststukken, maar die ook vaak ongebruikt hun weg vonden. Daarbij zitten ook postale steunbetuigingen aan de Sovjet Unie, af en toe een hamer en een sikkel, of gebalde vuisten, en (op de tiende bladzijde) speciale aandacht voor Baskenland (of Euzkadi), ook vanuit Groot Brittannië. Maar veel vignetten zijn toch vooral steunbetuigingen aan (en inkomstenbronnen voor) lokale organisaties (of het Rode Kruis) die vluchtelingen opvangen, of voor oorlogsinvaliden en oorlogswezen. Tevens wordt de politieke versplintering aan republikeinse zijde duidelijk: iedere militie blijft voor zijn eigen mensen vechten, het wemelt van de politieke afkortingen. De republiek functioneerde dan ook vanaf 1937 nauwelijks meer als eenheid en de vazalliteit ten opzichte van de Sovjet-Unie wordt steeds opzichtiger.

Pagina 8

Pagina 9

Pagina 10

Pagina 11

Pagina 12

Pagina 13

Pagina 14

Pagina 15

Pagina 16

Pagina 17

Pagina 18

Pagina 19

Pagina 20

Pagina 21

Pagina 22

Vanaf bladzijde 23 is er aandacht voor de kant van de nationalisten, waarbij Arthur begon met een poststuk dat uit Cordoba gestuurd werd naar Aguilar en dat naast een afgestempelde postzegel (van de emissie die in 1936 door de nationalisten werd uitgegeven in Granada) ook twee veelzeggende vignetten bevat: rechtsboven een foto van José Calvo Sotelo, een monarchistisch politicus, die na het uitroepen van de republiek in ballingschap was gegaan en in 1934 terugkwam, waar hij een van de aanvoerders werd van het rechtse verzet tegen de linkse regering; hij werd in 1936 vermoord. Rechtsonder een vignet van de monarchistisch-conservatieve beweging: “Dios, Patria, Rey”: voor God, Vaderland en Koning.

Pagina 23

In 22 bladzijdes laat Arthur zien wat er aan nationalistische kant allemaal is geproduceerd en hoe hun kant van de propaganda er uit zag. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van het Spaanse fascistensymbool: de pijlenbundel en is er sprake van steunzegels voor de ‘winterhulp’, zoals ook nazi-Duitsland dat deed. En er zijn nogal wat ‘Viva España’ en ‘Arriba España’ uitroepen, evenals het hoofd van generaal Franco, of de naam ‘Franco’ op de zegels. Vooral een van de getoonde poststukken (gestuurd naar Sevilla) schreeuwt dat uit. Een tweede poststuk bevat een foto van Franco op de briefkaart en het opschrift “Una Patria: España; Un caudillo: Franco” (gestuurd van Huelva naar Sevilla).

Pagina 24

Pagina 25

Pagina 26

Pagina 27

Pagina 28

Pagina 29

Pagina 30

Pagina 31

Pagina 32

Pagina 33

Pagina 34

Pagina 35

Pagina 36

Pagina 37

Pagina 38

Pagina 39

Pagina 40

Pagina 41

Pagina 42

Pagina 1

Zowel bij de republikeinse als bij de ‘nationalistische’ lokale uitgaven zitten er vele bij waaraan de strijd aan het front is af te lezen. Lange periodes tijdens de burgeroorlog (eigenlijk meer een uiteindelijk geslaagde fascistische opstand) bewogen de fronten vrijwel niet, al verloor de republiek sluipend steeds meer grondgebied. Soms laaide de strijd op een klein front heftig op met dorpen en stadjes die om de haverklap van bezetter wisselden. Als de opstandelingen een plaats innamen werd dat ‘gevierd’ met een stempel op republikeinse zegels. Als een plaats niet of terug werd veroverd, maar het contact met Madrid of met het hoofdkwartier van Franco verloren ging en er dus geen nieuwe postzegels aangevoerd konden worden vroeg de commandant aan een lokale drukker een eigen zegel te ontwerpen en te drukken. Dat levert vooral aan republikeinse zijde vaak typografische juweeltjes op, maar ook enkele mooie ontwerpen aan nationalistische kant. Aan de hand van postzegels is vrijwel het verloop van de fronten te reconstrueren. Zou dat nu ook in Oekraïne mogelijk zijn? Een spannende gedachte, al zijn tijden veranderd.

De laatste twee pagina’s van de verzameling over de Spaanse Burgeroorlog bevatten illustraties over de Balearen, de Canarische Eilanden en Spaans Marokko, allemaal gebieden die (vrijwel) vanaf het begin van de opstand in Franco’s handen waren. Veel fasces-bundels en opdrukken; pas na de overwinning wordt er echt in eigen ontwerpen geïnvesteerd.

Pagina 44

Pagina 45

En dit overzicht eindigt met een pagina uit het vervolg: postzegels uit de periode toen Franco de Burgeroorlog had gewonnen en voor een periode van maar liefst 36 jaar Spanje’s dictator werd. Zeker vanaf de jaren ’60 schuift ook het Spanje van Franco op naar de internationale tendens van postzegels als ‘plakplaatjes’ die weinig meer met filatelie of ontwerp te maken hebben. Spanje wordt een ‘gewoon’ land, waar Nederlanders ongegeneerd op vakantie gaan. Zo vertellen postzegels veel van het verhaal van mensen en landen.

Pagina 46

versie 23-07-2022